- Kraamzorg
- Zorg van de verloskundige
- Borstvoeding
- Flesvoeding
- Aangifte
- Informeren huisarts
- Informeren zorgverzekering
- Aanvragen kinderbijslag
- Kinderopvangtoeslag
Kraambedongemakken
In de kraamtijd wil je vooral genieten van je kindje.
De kraamweek is echter ook de tijd dat je herstelt van je zwangerschap en je bevalling. Dit kan vaak gepaard gaan met wat ongemakken. De meeste van die ongemakken horen er een beetje bij en gaan vanzelf over. Je kraamverzorgende en verloskundige letten hierop en geven je tips hiervoor.
De meest voorkomende ongemakken:
Bloedverlies
Na een bevalling heb je bloedverlies. Dit is afkomstig uit je baarmoeder waar een wond zit van de placenta. Dit bloedverlies kan meer zijn dan bij een heftige menstruatie, zeker de eerste 24 uur na de bevalling. Je kunt ook stolsels verliezen, soms zo groot als een tennisbal. Dit is normaal en je hoeft je hier geen zorgen om te maken. Geef het wel even aan de kraamzorg door.
Neem contact met ons op als je veel bloed verliest (het blijft maar stromen of er komen een aantal flinke stolsels en je hebt in 10 tot 15 minuten twee grote kraamverbanden helemaal doordrenkt)
Neem ook contact met ons op als je duizelig of niet lekker wordt van te ruim bloedverlies.
Het is normaal dat, wanneer je beweegt of als je omdraait in bed, je een golfje bloed voelt lopen. Na de bevalling kan het zijn dat je geen aandrang voelt om te plassen, terwijl je blaas wel vol zit. Ga daarom regelmatig plassen, bijvoorbeeld voor iedere voeding. Een lege blaas zorgt ervoor dat de baarmoeder beter kan samentrekken waardoor het bloedverlies ook minder wordt.
Het bloedverlies wordt in de loop van de dagen steeds minder. Vaak neemt het bloedverlies vanaf de tiende dag weer iets toe, meestal veroorzaakt doordat u steeds meer gaat doen. Het bloedverlies verandert van rood naar bruin naar gelig en kan tot zes weken na de bevalling aanwezig zijn.
Ga de eerste zes weken niet in bad, niet zwemmen en gebruik geen tampons. Heb je in de weken na de bevalling ruim helderrood bloedverlies, neem dan altijd contact op met ons.
Naweeën
Heel vervelend: de naweeën. Een nawee is het samentrekken van de baarmoeder die weer krimpt nu de baby eruit is. Vooral bij een tweede of volgend kindje, of na een snelle bevalling kun je meer last van hebben. Tijdens de borstvoeding nemen deze weeën vaak toe door het hormoon oxytocine dat vrijkomt. Naweeën zijn heel nuttig, ze zorgen voor samentrekken van de baarmoeder en helpen het bloedverlies verminderen. Maar ze kunnen flink pijnlijk zijn.
Naweeën kunnen drie tot vier dagen aanhouden.
Adviezen:
Zorg dat de blaas goed leeg is door regelmatig te gaan plassen. Een warme kruik of paracetamol kan verlichting geven.
Kraamtranen
De meeste vrouwen hebben ongeveer de vierde dag na de bevalling een dip welke veroorzaakt wordt door een combinatie van onrustige nachten en bijbehorend slaapgebrek, zere borsten, eventuele pijnlijke hechtingen en hormonen. Daar zijn ze dan, de kraamtranen! Het lucht op om eens lekker uit te huilen en soms zijn het tranen van geluk. Dit is een volkomen normale reactie en het gaat na een paar dagen gewoon weer over.
Adviezen:
-
Laat de tranen maar komen. Iedereen begrijpt het en het werkt als een ontlading en ontspanning.
-
Neem voldoende rust. Beperk de visite tot de mensen waarbij je vrijuit kunt huilen.
-
Bespreek je lichamelijke ongemakken met ons. Sommige zijn misschien gemakkelijk te verhelpen of we kunnen je een passend advies geven.
-
Vertrouw erop dat je weer zult herstellen. Ook al duurt het misschien langer dan je had gedacht of gehoopt.
-
Bespreek de bevalling nog eens met je partner of ons. Ook onzekerheden die je nu hebt mag je altijd met ons bespreken. Geen enkele vraag is gek of vreemd. Door te praten over je gevoelens is het gemakkelijker om alles een plekje te geven.
-
Als je merkt dat je klachten niet verbeteren met rust of je bent bekend met depressies en herkent de klachten neem dan contact op met de huisarts.
Sommige vrouwen zijn maandenlang somber. Ze zijn prikkelbaar, angstig en neerslachtig. Mogelijk is er dan sprake van een postpartum depressie: een depressie na de bevalling, soms ook postnatale depressie genoemd. Deze depressie kan weken, maanden of soms langer aanhouden. In de meeste gevallen is een postnatale depressie te behandelen met therapie, met medicijnen of met een combinatie van beiden.
Meer informatie over psychische problemen na je bevalling vind je op de volgende websites van:
landelijk kenniscentrum psychiatrie en zwangerschap
Roze wolk is een documentaire over het hebben van een postnatale depressie.
Pijnlijke hechtingen
Je bekkenbodem heeft na de verslapping tijdens de zwangerschap en de rek tijdens de bevalling drie tot zes maanden nodig voor herstel. De meeste vrouwen hebben na de bevalling hechtingen, deze kunnen na een paar dagen pijnlijk worden of een irriterend gevoel geven. Ook als je geen hechtingen hebt voelt het hele gebied rond de vagina vaak beurs aan.
Adviezen:
-
Neem voldoende rust! Een wond geneest het beste als je rust.
-
Spoel de wond regelmatig af met warm water. Dat is goed voor de doorbloeding van de wond. Daarna kun je het voorzichtig droogdeppen.
-
Laat tijdens het plassen lauwwarm water langs de hechtingen lopen met behulp van een maatbeker of bidon. Door het water wordt de zure urine verdund waardoor het vaak minder branderig aanvoelt. Onder de douche plassen kan ook.
-
Een natgemaakt maandverband uit de vriezer kan helpen tegen de zwelling en zorgt voor een goede doorbloeding. Ook verdooft koude een beetje wat (tijdelijke) opluchting geeft.
-
Ga regelmatig op een harde stoel zitten. Hiermee voorkom je dat er extra vocht in het wondgebied ophoopt wat voor extra zwelling en pijn zorgt.
-
Een zo droog mogelijke wond geneest het snelst. Ga in je middagrust met blote billen op bed. Hierdoor krijgt de wond te kans om sneller te genezen.
-
Als het lijkt dat de wond gaat ontsteken, bel ons dan! We zullen de wond bekijken, eventueel hechtingen verwijderen, en je een passend advies geven.
De kraamverzorgster controleert iedere dag de hechtingen, zo nodig controleren wij ze ook tijdens één van onze visites. Tegenwoordig wordt er oplosbaar hechtmateriaal gebruikt en hoeven losse hechtingen er niet uitgehaald te worden. Soms kunnen de hechtingen pijnklachten geven. In dat geval kunnen wij deze vanaf de zesde dag na de bevalling verwijderen.
Stuwing
In de eerste week kunnen door de toegenomen doorbloeding van de borsten en de aanmaak van borstvoeding de borsten zwaar en gespannen zijn: stuwing. Stuwing ontstaat meestal op de derde of vierde dag van het kraambed. Stuwing is het groter worden van de borsten door een toename van melkproductie. Het vraag en aanbod van de voeding moet nog in evenwicht komen en het zal zich dan ook in vanzelf herstellen. Iedere kraamvrouw kan stuwing krijgen, ook als je flesvoeding geeft. De borsten voelen pijnlijk, strak en gespannen aan. Soms is er sprake van een lichte temperatuurverhoging tot 38 graden Celsius. Wordt u temperatuur hoger dan 38 graden Celcius, neem dan altijd contact met ons.
Vrouwen die geen borstvoeding geven, kunnen een stevige beha aan doen en de borsten koelen. Gebruik, wanneer u flesvoeding geeft, geen warmte op de borsten.
Adviezen:
-
Leg je kind vaak aan.
-
Denk goed om een goede aanlegtechniek. Zorgvuldig aanleggen zorgt ervoor dat je kind goed de borst kan leegdrinken.
-
Probeer in wisselende houdingen te voeden.
-
Tijdens het drinken kunnen de gestuwde kliertjes zachtjes richting de tepel leeg gemasseerd worden.
-
Je kunt voor de voeding de borsten warm maken door bijvoorbeeld een warme douche of warmte kompressen. Na de voeding kunnen koude kompressen vaak verlichting geven.
-
Draag overdag een goed steunende beha. ‘s Nachts liever geen beha omdat er een kans is op het afknellen van de melkklieren.
-
Eventueel kun je maximaal 1 keer per dag je borsten even goed leegkolven. Overmatig tussen de voedingen door kolven om de spanning te verminderen bevordert juist de stuwing en kan leiden tot overproductie.
Tepelkloven
De eerste dagen heeft praktisch iedere moeder wel last van gevoelige tepels. Dit komt door het uitrekken van het spierweefsel. De pijn moet na een paar dagen verminderen.
Het eerste aanzuigen van de baby mag pijnlijk zijn, daarna moet de pijn verdwijnen. Mocht het drinken pijnlijk blijven, dan moet de baby opnieuw worden aangelegd. Als het kind heeft gedronken terwijl hij verkeerd is aangelegd kunnen kleine scheurtjes in de tepel ontstaan. Het niet goed aanleggen is een van de belangrijkste oorzaken van tepelkloven. De klachten worden meestal veroorzaakt doordat de tepel en tepelhof niet ver genoeg in de mond zijn gebracht of door een verkeerde voedingshouding.
Adviezen:
-
Zorg dat je kind de tepel goed in de mond heeft. Bij goed aanleggen ligt de tepel veilig tussen de tong en het achterste gedeelte van het gehemelte. Wanneer dit niet het geval is; opnieuw aanleggen. Besteed veel aandacht aan het goed aanleggen, dit bespaart je tepelkloven.
-
Probeer in verschillende houdingen te voeden.
-
Begin met het voeden aan de minst pijnlijke kant en zodra de toeschietreflex werkt, het kind aan de pijnlijke kan aanleggen.
-
Verdeel een druppel moedermelk over de tepel en laat dit indrogen (niet bij schimmelinfectie). Je kunt ook speciale tepelzalf gebruiken zoals bepanthen of purelan.
-
Laat je tepels aan de lucht drogen, bijvoorbeeld tijdens het slapen.
-
Soms kan een tepelhoedje een tijdelijke oplossing zijn. Hiermee zijn je tepels iets beschermd tijdens het voeden.
-
Je kunt tepelbeschermers gebruiken tussen de voedingen.
-
Ben je gevoelig voor schimmelinfecties of heb je het idee dat je kind spruw heeft? Laat dit dan behandelen via de huisarts. Spruw kan namelijk ook pijnlijke tepels of pijn tijdens het voeden veroorzaken.
Borstontsteking
Een borstontsteking (mastitis) is een bacteriële ontsteking van de borst die vooral voorkomt bij vrouwen die borstvoeding geven.
Signalen van borstontsteking kunnen zijn: harde plekken, rode, warme plekken op de borst, pijn en uiteindelijk koorts.
Adviezen:
-
Wast je handen vóór elke voeding, zorg goed voor jezelf en denk aan je weerstand.
-
Controleer je borsten dagelijks op harde plekken die ontstaan door melk die in de klieren achterblijft. Masseer deze plekken tijdens het voeden/kolven richting de tepel weg. Vooral als u de signalen van een ontsteking opmerkt Maak het masseren makkelijker door de borst voor de voeding of het kolven te verwarmen met een warme doek of onder de douche. De melkkanaaltjes gaan zo wijder open staan en je masseert de melk er makkelijker uit.
-
Na het voeden kunt je de borsten koelen met een koude doek. Juist als het pijnlijk is, is het belangrijk de borst goed te legen, desnoods met een kolf. De melk moet eruit want als de borst niet goed leeg is, kan het verder gaan ontsteken!
-
In de meeste gevallen gaat de borstontsteking binnen 24 uur vanzelf over. Heb je daarna nog koorts, neem dan contact op met je huisarts. die zal dan een antibioticum voorschrijven.
-
Twijfelt je of heb je vragen, neem dan contact met ons op.
Spruw
Soms worden pijnlijke tepels en tepelkloven mede door een schimmel veroorzaakt: een spruw-infectie. Bij een spruwinfectie ziet de tepel er vaak glanzend en rood uit. De tepel is pijnlijk, deze pijn wordt vaak als brandend en prikkend of steken in de borst omschreven. Bij het opnieuw aanleggen verdwijnt de pijn niet.
Je kindje gaat vaak slechter drinken, laat tijdens het drinken de borst vaak los en heeft meestal witte plekjes in de mond die er een beetje wollig uitzien en die met een gaasje niet weggeveegd kunnen worden. Spruw is ongevaarlijk, maar wel pijnlijk en lastig want moeder en kind kunnen elkaar blijven besmetten. Bij spruw moeten zowel moeder als kind behandeld worden, als je borstvoeding geeft. Neem hiervoor contact op met de huisarts.
Ook als jullie kindje flesvoeding krijgt kan het spruw krijgen. In dat geval hoeft alleen je baby behandeld te worden. Je dient dan wel extra alert te zijn op goede hygiëne bij het schoonmaken van de flesjes en speentjes en de verzorging van de baby.
Plassen
Het is belangrijk dat je regelmatig, zo om de drie uur, plast. Het advies is om veel te drinken en voor iedere voeding naar het toilet gaan, ook als je geen aandrang hebt om te plassen. Veel vrouwen hebben de eerste dagen na de bevalling nog geen duidelijke aandrang, maar kunnen wel plassen als ze dan toch gaan. Ga zoveel mogelijk rechtop zitten tijdens het plassen en neem de tijd.
Om infecties tegen te gaan en eventuele pijn bij het plassen te verminderen adviseren wij je de vagina tijdens het plassen met water te spoelen of onder de douche te plassen.
Als je zes uur na de bevalling nog niet heeft geplast, neem dan contact met ons op..
Blaasontsteking
In het kraambed ben je extra gevoelig voor ontstekingen en infecties. Mocht je tijdens de bevalling gekatheteriseerd zijn (je blaas is middels een slangetje leeg gemaakt), dan heb je een verhoogde kans op een blaasontsteking. Een blaasontsteking in het kraambed kan vrijwel symptoomloos verlopen.
Soms kunt u de volgende symptomen hebben:
-
zeurende onderbuikspijn,
-
pijn of een branderig gevoel bij het plassen en
-
veel aandrang voelen om te plassen zonder dat je veel plast
Mocht je één van deze symptomen hebben, lever dan urine in bij de huisarts om te controleren of je een blaasontsteking hebt. Indien er sprake is van een blaasontsteking krijg je een antibioticakuur voorgeschreven. Maak deze kuur volledig af en laat twee dagen na de laatste tablet je urine nogmaals controleren bij de huisarts.
Drink minimaal twee liter water of thee op een dag en gebruik vitamine C tabletten of cranberry capsules om een blaasontsteking te voorkomen.
Ontlasting
Ontlasting komt meestal enkele dagen na de bevalling weer op gang.
De eerste keer kan het best spannend zijn. Zeker als je ook hechtingen heb. Bedenk dat er tijdens het ontlasten niets met de hechtingen kan gebeuren ook al voel je het een beetje trekken als je drukt.
Zorg dat je voldoende (minimaal twee liter) water of thee drinkt en dat je vezelrijk eet zodat je ontlasting soepel blijft. Is je ontlasting na een dag of vier na de bevalling nog niet op gang gekomen, meld het ons dan. Wij kunnen je hier dan iets voor adviseren. .
Aambeien
Aambeien ontstaan vaak in de zwangerschap door het hormoon progesteron en doordat de zware baarmoeder de bloedstroom belemmert. Tijdens de bevalling verergeren aambeien vaak, door de enorme druk die er tijdens het persen op is komen te staan. Ze kunnen erg pijnlijk zijn en het zitten bemoeilijken.
Adviezen:
-
Spoel na toiletgang met lauw water.
-
Koude kompressen kunnen de pijn verlichten. Je kunt bijvoorbeeld een kraamverband nat maken en in de vriezer leggen.
-
Zorg voor zachte ontlasting. Eet vezelrijk (zoals fruit, groente en bruinbrood), drink per dag 2liter vocht en beweeg voldoende. Als je last hebt van obstipatie kun je lactulose halen. Dit mag je ook gebruiken als je borstvoeding geeft. Als je ijzertabletten hebt gekregen, wacht dan met innemen totdat de ontlasting goed op gang is. IJzertabletten kunnen zorgen voor obstipatie.
-
Als de aambei erg pijnlijk is, vraag dan de huisarts om een verdovende zalf tegen de pijn.
Veel vrouwen zijn enthousiast over curanol, een aambeienzalf op natuurlijke basis. Deze zalf wordt gecombineerd met tabletten. Curanol kan veilig gebruikt worden tijdens het laatste trimester van de zwangerschap en de borstvoedingsperiode
Bekkenklachten
Bekkenklachten zijn na een bevalling meestal niet ineens voorbij. Al verdwijnen langzamerhand de zwangerschapshormonen die de oorzaak waren voor het weker worden van het bekken, het duurt vaak een tijd voordat de verbindingen tussen de bekkenbeenderen hun oude stevigheid terug hebben. Er ontstaat een andere belasting op het bekken en op de rug, doordat de grote buik nu verdwenen is, maar ook doordat je nu je kindje draagt en optilt. Het is nodig een evenwicht te vinden tussen rust en belasting. Bij teveel rusten worden de spieren slapper, terwijl je de steun van de spieren juist extra nodig hebt. Door te grote belasting echter heeft het bekken geen tijd om te herstellen en zullen de pijnklachten toenemen. We adviseren je om de eerste vier dagen na de bevalling zoveel mogelijk op dezelfde etage te blijven. Probeer wel elke dag een aantal keer een klein stukje te lopen en even in een stoel te zitten. Naarmate de pijnklachten verminderen kun je je activiteiten geleidelijk uitbreiden. Het is de bedoeling dat de klachten langzaam minder worden. Je mag verwachten dat het elke maand weer een stuk beter gaat, al nemen bij stress, menstruatie en vermoeidheid de klachten vaak tijdelijk weer toe.
Indien nodig kun je contact opnemen met een bekkenfysiotherapeut voor persoonlijk advies of behandeling.
______________________________